De bouw- en infrasector staat aan de vooravond van grote transities op het gebied van duurzaamheid. De energievraag stijgt explosief, onder andere door de toenemende elektrificatie van de industrie en woningbouw. Ook in het waterbeheer lopen vraag en aanbod uit de pas: zonder ingrijpen dreigt er de komende jaren een merkbaar tekort aan schoon drinkwater. En dan is er nog het afschalen van aardgas, wat een belangrijke rol speelt in het verduurzamen van ons land.
Hoe kunnen we deze transities versnellen en zo Nederland samen de goede richting op helpen? Op deze pagina belichten we een aantal vooruitstrevende projecten die laten zien hoe de sector deze uitdagingen nu al aanpakt:
Het elektriciteitsnet raakt op steeds meer plaatsen vol: economische groei, digitalisering, snelle woningbouw en de toenemende vraag naar groene energie zetten de huidige infrastructuur merkbaar onder druk. Netverzwaring is dus hoognodig, maar gaat niet snel genoeg om de ontwikkelingen te kunnen bijblijven.
Met het programma NuRijnland wil netbeheerder Liander hierop inspelen door de komende 6 jaar vele kilometers kabel aan te leggen, bestaande middenspanningsstations op te knappen en nieuwe stations te plaatsen in Rijnland en Beneden Noord-Holland.
Senior-adviseur Omgeving Wouter Lindenbergh speelt als omgevingsmanager een sleutelrol binnen het projectmanagementteam van aannemerscombinatie dmmb, een combinatie van Max Bögl en Dmissi.
Sinds september 2024 is hij namens dmmb binnen NuRijnland verantwoordelijk voor het opzetten en inrichten van het omgevingsmanagementprogramma, dat een groot aantal deelprojecten bevat. Zijn taak: zorgen dat alle processen, structuren en middelen optimaal worden ingericht om een soepele uitvoering te garanderen. Die schaalbaarheid vraagt om een strategische aanpak, waarin gestandaardiseerde processen en structuren al in de ontwerpfase zo worden ingericht dat de projecten soepel op elkaar aansluiten.
“We zijn nu bezig met de voorbereiding van meerdere deelprojecten en krijgen er straks iedere paar weken nieuwe projecten bij. Als we dat fundament nu goed inrichten, gaan we in hoog tempo kilometers nieuw tracé aanleggen. Dat hoge tempo is nodig om te zorgen dat Liander de grote vraag naar elektra kan bedienen. Om zowel het ontwerptraject als de uitvoering efficiënt te laten verlopen, moeten we ook zorgen dat we kennis uit eerdere projecten direct toepassen op nieuwe projecten. Omdat we dit als bouwteam doen, trekken we namens dmmb samen op met Liander, in plaats van dat we het aanvliegen als opdrachtgever en opdrachtnemer. Door die samenwerking kunnen we dat lerend vermogen dus ook goed borgen binnen de keten,” aldus Wouter.
Het gebruik van de juiste digitale tools is volgens hem een onmisbaar onderdeel van dat lerend vermogen goed uitwerken. “Als we processen willen standaardiseren, kunnen we niet blijven werken met losse Excel-bestanden. Dus welke tooling gaan we dan wel toepassen om ons werk behapbaar te houden? We bouwen nu bijvoorbeeld aan een digitaal platform, waarbinnen we de voortgang van elk deelproject gaan monitoren. Onderdeel daarvan is een intelligente kaart met daarop het kabeltracé, waar betrokken partijen informatie uit kunnen halen en toevoegen.”
Wat Wouter bijzonder trots maakt? “Dat we een aanpak ontwikkelen die niet alleen nu werkt, maar ook op de lange termijn schaalbaar is. Dat is een enorme meerwaarde voor Liander en de energietransitie.”
Klimaatverandering en groeiende bevolking zorgen ervoor dat de beschikbaarheid van schoon drinkwater in ons land onder druk staat. Ook in Overijssel is de uitdaging groot. Met name in Twente is de situatie prangend: de ondergrond daar biedt weinig mogelijkheden voor nieuwe winningslocaties, terwijl de vraag naar drinkwater juist groeit.
Om toekomstige tekorten te voorkomen, werkt Vitens aan de aanleg van de Transportleiding Overijssel: een leidingnet van 200 kilometer dat drinkwater vanuit bestaande productielocaties naar Twente transporteert. Vanuit dutch process innovators is onder andere adviseur Omgeving Niels de Lange nauw betrokken bij de dagelijkse sturing van het omgevingsmanagement binnen het project.
In het Westland is al jaren een aanzienlijke vraag naar warmte, vanwege de intensieve groenten-, planten- en bloementeelt. Om een duurzame oplossing te vinden voor het verwarmen van de vele kassen in de regio, is het coöperatieve Warmtenetwerk Westland opgericht. Sinds de start in 2019 zijn 54 glastuinbouwondernemers, bloemenveiling Royal FloraHolland en 345 woningen in de Lier aangesloten op aardwarmte via het warmtenetwerk.
Sander Zuyderwijk, adviseur Omgeving bij dpi, stond in de begindagen van Warmtenetwerk Westland aan de lat voor het omgevingsmanagement. Een grootschalig nieuw leidingtracé realiseren in een drukbezet gebied – waar bovendien al veel kabels en leidingen liggen – is nog niet zo makkelijk, vertelt hij.
“Je legt niet zomaar 80 kilometer leidingwerk neer. Zulke bouwactiviteiten zijn best ingrijpend en veroorzaken daardoor in de boven- en ondergrond flink wat hinder voor omwonenden en bedrijven. Door in de beginfase veel tijd te investeren in de communicatie met stakeholders, creëerden we draagvlak en minimaliseerden we weerstand.”
Het projectteam moest bovendien zorgvuldig afwegen waar de leidingen het beste konden worden geplaatst. “Soms moet je kiezen tussen het opbreken van asfalt – wat de bereikbaarheid van de omgeving vermindert – of het verplaatsen van een boom. Zo’n besluit heeft gevolgen voor het vergunningstraject en de planning,” legt Sander uit.
Aangezien er meerdere bevoegd gezagen bij het project betrokken waren, ieder met hun eigen vergunningstraject, leverde dat soms complexe situaties op. “Er zijn best veel watergangen in het Westland, maar je kruist ook wel eens een provinciale weg. Dan heb je dus in één project te maken met verschillende bevoegd gezagen: het Hoogheemraadschap van Delfland, de provincie Zuid-Holland én de gemeente Westland.”
Sander kijkt met name positief terug op het brede draagvlak dat hij met zijn team wist te realiseren. “We hebben niet alleen een duurzaam warmtenet aangelegd, maar ook gezorgd dat alle betrokkenen zich gehoord voelden. En doordat we vanaf het begin investeerden in goed relatiebeheer, konden we snel schakelen, zodat de overlast beperkt bleef.”
Projecten zoals NU Rijnland, Transportleiding Overijssel en Warmtenetwerk Westland laten zien dat Nederland volop in transitie is. Om de kansen én risico’s tijdig in beeld te hebben, zullen we als sector dit soort complexe projecten vanuit een breder perspectief moeten aanvliegen. De toekomst van de markt vraagt nou eenmaal om ‘anders denken en anders doen’. Voor de uitdagingen waar onze klanten voor staan, zoeken wij daarom samen slimme, efficiënte en duurzame oplossingen.
Dankzij onze integrale aanpak van omgevingsmanagement, expertise op het gebied van procesbeheersing en ervaring met het vormgeven van samenwerking helpen we Nederland met een smile de goede richting op.