In de dynamische en vaak complexe wereld van bouw, infra en energie draait succes niet alleen om de juiste techniek, maar ook om de juiste communicatie. Het vermogen om scherp te denken, strategisch te luisteren en krachtige vragen te stellen is essentieel voor het verbeteren van processen en het bevorderen van samenwerking.
Ariane van Heijningen, praktisch filosoof, deelt in dit artikel haar waardevolle inzichten over het belang van vraagtechnieken en luistervaardigheden. In haar benadering draait alles om het creëren van diepgang in gesprekken, wat leidt tot betere samenwerking, innovatie en procesoptimalisatie – de pijlers voor succes in de bouw, infra en energie.
Of je nu een projectleider, procesmanager of beslisser bent, het vermogen om de juiste vragen te stellen en effectief te luisteren kan het verschil maken tussen succes en mislukking in jouw projecten.
Ariane laat zien hoe deze vaardigheden niet alleen de communicatie verbeteren, maar ook helpen om betere keuzes te maken en complexe vraagstukken te ontrafelen. Dit is precies wat jij nodig hebt om je projectteams te versterken en resultaten te boeken die verder gaan dan verwachtingen. In 2024-2025 gaf Ariane meerdere trainingen binnen het collectiefprogramma van onze dpi-academy. Daarin trainden collega’s hoe je écht luistert, de juiste vragen stelt en ongemakkelijke stiltes leert omarmen als krachtig communicatiemoment.
“Wanneer die heel precies is en aansluit op wat de ander gezegd heeft.”
“Een goede vraag is een vraag waarvan je echt benieuwd bent naar het antwoord. Geen verkapte mededeling of verkapt advies. En dat de ontvanger van die vraag denkt, oh, dankjewel voor de vraag. Die raakt!”
“Puur aan de vraagformulering kun je dat niet herkennen. Je merkt het aan de manier waarop de ander reageert. Meestal lukt dat het best door heel dicht aan te sluiten bij de woorden van je gesprekspartner.”
“Dat mensen denken dat ze heel goed luisteren.”
“Ik denk de rol van rust en vertrouwen. Ik hoef even geen antwoord te geven of ik krijg even ruimte om ergens over na te denken. Als iedereen maar door blijft praten, kakel je gauw door elkaar heen. Zonder dat je goed en wel nagedacht hebt. Ook als je lang stil blijft en het ongemakkelijk voelt, straal je met stilte vertrouwen uit. Je laat dan zien: jij denkt na, ik wacht gewoon, ik ga je niet ongevraagd helpen.”
“Door het belangrijkste woord te gebruiken van wat je net van je gesprekspartner gehoord hebt. Daar sluit je op aan. Houd de vraag zo kort en helder mogelijk.”
“Mijn eerste vraag die ik aan opdrachtgevers en coaches stel is altijd: welke vraag wil jij onderzoeken? Wat ik ook wel een leuke vind, hoe gaat het vandaag? In plaats van hoe gaat het? Hoe gaat het is vaak te groot en te veel. En als jij de mensen vraagt, hoe gaat het vandaag? Dan denken mensen, oh ja, daar kan ik wel antwoord op geven.”
“Dat is heel simpel. Je moet je eigen mening er niet in verpakken.”
“Wat zou iemand hierover zeggen die het niet met je eens is? Vanuit welk perspectief is dit niet waar? Welke vooronderstelling zit erin wat je net zei? Dat zijn vragen die de ander over zijn eigen uitspraken laat nadenken in plaats van in dezelfde richting door te denderen.”
“Ja, de Socratische methode. Dat is de methodiek waarbij je vragen stelt waarmee je als doel hebt de ander te laten nadenken. En zo tot meer verdieping te komen in een gesprek.”
“Afhankelijk van je doel. Als je doel is om snel te verdiepen en wijsheid te genereren, dan is de volgorde heel belangrijk. Vraag elkaar: waar moeten we het nu als eerste over hebben? Wat is nu het meest urgent? Want daarmee geef je richting aan een gesprek. En anders kun je duizend-en-één vragen stellen, maar dan zie je door de bomen het bos niet meer. Dus bepaal wat de richting is, de onderzoeksvraag. Of wat is het probleem, wat is de essentie?”
Als we het hebben over het stellen van scherpe vragen, moeten we ook natuurlijk even Ariane’s boek “Goed Bedoeld Moeilijk Maken” noemen. Dit boek is een uitstekende bron voor iedereen die meer wil leren over het doorgronden van complexe gesprekken. Ariane deelt haar benadering van communicatie en hoe je door simpelweg de juiste vragen te stellen, dingen dieper kunt begrijpen. Je zou kunnen zeggen dat het boek zelf een perfect voorbeeld is van haar filosofie: het maakt moeilijke onderwerpen toegankelijk en begrijpelijk, zonder in te boeten op diepgang. Dus, als je geïnspireerd raakt door deze vragenlijst, is het boek de perfecte volgende stap voor jouw ontwikkeling in helder denken en vragen stellen.
“Dat mensen vaak denken dat een vraag verdiepend is, terwijl dat niet zo is. Ze geven eerder een eigen mening of een ander perspectief. Als er gepraat wordt over goede samenwerking, wil ik weten wat er precies wordt verstaan onder goede samenwerking. En vraag naar argumenten. Waarom is dat dan een goede samenwerking? Dus echt uitdiepen wat je bedoelt met woorden of daar de argumenten voor opvragen, dat doen we eigenlijk nauwelijks. We stellen er heel snel iets tegenover.”
“Je kiest voor een gesloten vraag als je wil dat iemand anders echt even een positie inneemt. Wil je bloemkool eten vanavond? Ja. Nee. Zo staat die ander erin. En de open vraag is veel meer als je wil exploreren. Als je iemand de ruimte wil geven om wat dan ook in te brengen.”
“Wanneer je stil bent. En dat je met je aandacht bij de ander bent. Je kan niet luisteren en ondertussen ook je boodschappenlijstje maken. Je moet een bepaalde energie van aanwezigheid voelen. Dat klinkt een beetje vaag, maar ik zeg expres voelen. Want het is niet per se dat ik beter naar je luister als ik je in je ogen kijk dan wanneer ik omhoog kijk. Het is, denk ik, lastig letterlijk te zien.”
“Door jezelf te trainen die reactie wel te hebben, maar er niet gelijk naar te handelen. Dat je die reactie niet gelijk serieus neemt. En hoe je dat weer kan trainen is bijvoorbeeld rondlopen buiten, naar een boom kijken, naar een auto kijken. En dan niet gelijk gaan classificeren. Als je een auto ziet, denk dan alleen rood of er beweegt iets. En niet wow, een Ferrari, die wil ik ook. Krishnamurti zegt dat heel mooi. ‘Observeren zonder oordelen is de hoogste vorm van intelligentie’. Dat heeft hiermee te maken. Je observeert, registreert en laat het gaan.”
“Bij ontwijkend gedrag zeg ik vaak ‘dank voor je reactie, ik stel mijn vraag nog een keer, wil je er nu antwoord op geven?’ Heel simpel. En bij defensief zeg ik daar varianten op. ‘Goh, wat maakt het voor jou lastig om antwoord te geven op deze vraag?’
“Dan helpt het heel erg om gewoon iemand in de ogen te kijken. Of in ieder geval naar iemand te kijken. Bewust proberen echt contact te blijven zoeken. Dus dat is één. En twee is echt ook oprecht nieuwsgierig zijn. En drie is erop vertrouwen dat je volgende vraag tegen de tijd dat die ander uitgesproken is echt wel komt. Ga niet in een soort van stress zitten dat je de volgende vraag niet kunt verzinnen. Als je echt vindt dat er gewoon spontaan een hele relevante vraag in je opkomt, ook gewoon onderbreken. Dat is ook zo’n taboe, dat we nooit mogen onderbreken. Onderbreken is helemaal niet erg, het kan de ander helpen zijn eigen verhaal helderder te krijgen.”
“Je moet goed getraind zijn in begrijpen wat er wordt bedoeld, zonder dat het letterlijk gezegd wordt. Je haalt het belangrijkste concept uit de onuitgesproken aannames en daar maak je een vraag van. Je blijft dan dicht bij de gedachten van de ander.”
‘Oscar Brenifier. Die leeft nog steeds. Een Franse praktisch filosoof waar ik een aantal jaren opleiding heb gedaan. Die heeft me enthousiast gemaakt over Socratisch vragen stellen.”
“Niet de boeken van Brenifier. Nee, want die schrijft afschuwelijke boeken. Vragen stellen kan hij wel, maar schrijven vind ik echt afschuwelijk wat die man doet. Ik heb net een leuk boek gelezen. ‘Luisterboek’ van Froukje Weidema. Dat gaat over luisteren. Dat zou ik aanraden. En oké, mijn eigen boek. ‘Goed bedoeld moeilijk maken’ over gesprekken voeren.”
“Heel veel meters maken. Het is typisch iets wat ik heel vaak van mensen hoor. Dat ze zeggen, oh de theorie is eigenlijk wel simpel. Maar dan in de praktijk, in de praktijk brengen is toch best wel lastig. Dus het is vooral echt iedere dag, net zoals in de sportschool, gewoon een beetje trainen. Vijf minuten, tien minuten. En er dan achter komen dat het leuker is en minder eng dan mensen van tevoren denken.”
“Nee, want je moet als je een vraag stelt natuurlijk wel bereid zijn het antwoord te horen. Als je het antwoord niet wilt weten, kun je de vraag beter niet stellen.”
“Door te zorgen dat die vraag precies het hittepunt raakt van waar jouw gesprekspartner het over heeft. Dus echt heel goed aansluiten. Je moet de moed op brengen om precies dat te bevragen waarvan je voelt, hier wordt het spannend. Dus niet de koetjes en de kalfjes en de bullshit eromheen. Maar proberen precies daar waar de hitte zit een korte, scherpe vraag stellen.”
“Eén: is dat zo? En twee: wat beweer je eigenlijk? En drie: Waar ga je vanuit als je dit zegt? Problematiseren, niet automatisch geloven.”
“Is dat zo? Die vraag stel ik mezelf echt heel regelmatig, omdat ik van nature iemand ben die heel snel in haar eigen onzin gelooft. Dan moet ik mezelf een beetje tot de orde roepen. Want als je dat niet doet, kom je in een fantasie terecht. In mijn werk heb ik dat niet nodig, maar privé ben ik wel iemand die graag controle houdt over allerlei dingen en dan heel makkelijk allerlei conclusies trek die helemaal niet waar zijn. Als ik dan zeg, is dat zo? Op welke denkfout is deze onzin nu weer gebaseerd? Dan kan ik om mezelf lachen en zo ontwikkel ik mezelf.”
Dus, de volgende keer dat je in een vergadering zit of een projectteam aanstuurt, vergeet dan niet de kracht van een goede vraag. Of je nu je collega’s uitdaagt, een klant overtuigt, of simpelweg probeert te begrijpen wat er echt speelt, herinner je dan dat helder denken en scherpe vragen je allerbeste tools zijn.